Het Bootsmannetje,
Het bootsmannetje heeft een sterk gekield lichaam dat lijkt op een omgekeerde boot. Bootsmannetjes zijn bruin en hun rug is roze-achtig, zodat ze zowel van boven als van onder af bezien gecamoufleerd zijn. Ze zwemmen op de rug. Uiterlijk lijkt dit dier zowel op de duikerwantsen als de zwemwants (Ilyocoris cimicoides). Duikerwantsen zijn echter smaller en zwemwantsen juist breder. Het bootsmannetje wordt ongeveer 15 millimeter lang en komt in alle wateren voor: zowel in permanente waterpartijen als grote regenplassen. Vanwege de relatief krachtige monddelen kan het insect beter niet opgepakt worden, want ze kunnen gemeen bijten van steken is geen sprake, omdat ze een scherpe zuigsnuit hebben en geen angel Een jong bootsmannetje wordt nimf genoemd. Er is zoals bij alle wantsen geen wormachtig larvestadium de jonge wantsjes lijken meteen al op de ouder dieren, maar kunnen nog niet vliegen. Ze vervellen regelmatig en worden dan per vervelling steeds iets groter. Jongere dieren zijn eerst wit met opvallende rode ogen en krijgen later de volwassen kleuren.
Levenswijze
Het bootsmannetje is zowel een goede zwemmer als een goede vlieger; op het land echter is het onhandig en maakt kleine sprongetjes om het water te bereiken. Zwemmen doet het bootsmannetje met de spatelvormige poten die een borstelige beharing hebben wat hun oppervlak groter maakt. Omdat er min of meer geroeid wordt verplaatst het bootsmannetje zich met schokkende bewegingen. Door de ruggelingse verplaatsing kunnen ze prooien goed waarnemen. Een bootsmannetje eet vooral prooien die zich op of tegen het wateroppervlak bevinden. Het is een roofdier dat alles pakt wat het kan overmeesteren, op het menu staan visjes, kikkervisjes,insecten, wormen en ook soortgenoten.
Het dier eet ook veel vissen en amfibieënlarven. Vijanden zijn kikkers, padden, de grote oeverspin en sommige vissen zoals de zeelt. Bootsmannetjes moeten ademhalen aan de oppervlakte wat ze doen door het achterlijf net iets boven water te steken en door de korte adembuis lucht aan te zuigen, ze hebben geen kieuwen. De lucht hecht zich aan de vele buikharen net zoals bij de meeste waterinsecten. Hierdoor krijgen ze een zilverkleurige' buik en zijn ze veel lichter dan water. Dit maakt dat ze direct naar de oppervlakte stijgen als ze niet zwemmen. Ze hebben kleine klauwen waarmee ze zich goed vast kunnen houden aan onderwaterobjecten zodat ze op de bodem kunnen schuilen bij gevaar.
Bootsmannetjes zijn voor de mens nuttig omdat ze grote hoeveelheden muggenlarven eten.
Het bootsmannetje dat we hier doen is gebonden door HansTeunisse.
Materiaal:
Haak: dry # 10 wijde bocht
Binddraad: Wit, zwart of rood
Lijfje: Word opgebouwd met chenille
Dubbing voor lijfje: Spectrablend
Pootjes: Rubberpootjes zwart
Rugschild: Flash zwart
UV bond: Tin
Plaatst de haak in de vice en zet het binddraad op, zie foto 1
Bind het chenille in aan de zijkant van de haak, hou ruimte over bij het oog, het opbouwen bestaat uit 3 laagjes chenille die je met lichte windingen van het binddraad aan beide zijde van de haak opbouwt, zie foto 2,3,4,5,6,en 7
Bind de zwart elastic in bovenop het lijfje doe dit met kruislingse windingen, zie foto 8
Bind een zevental dubbel geslagen zwarte flash in beginnend bij het haakoog, breng het binddraad terug naar de haakbocht, zie foto 9
Spin wat spectradubbing op het binddraad en wikkel dit naar het haakoog, zie foto 10
Sla nu de zwarte flash over de dubbing naar het haakoog en zet dit vast, verwijder het restant ,whipfinished, zie foto 11
Breng een druppel UV bond aan op het flash smeer het voorzichtig uit over de flash droog het met de lamp en breng het nogmaals aan, zie foto 12
Veel bind plezier