Tips Terug naar tips CLICK hier
Gesloten tijden en vangstverboden
tip 3
Op grond van art. 2a, lid 2 van de Visserijwet 1963 in combinatie met art. 2 van het "Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985" kan de minister van Economische Zaken voor bepaalde vissoorten een gesloten tijd vaststellen. Op grond van deze bevoegdheid heeft de minister in art. 5c van de "Uitvoeringsregeling visserij" voor een aantal vissoorten een gesloten tijd vastgesteld. Een gesloten tijd betekent dat je de betreffende vissoort in die periode direct in hetzelfde water moet terugzetten en in die periode ook niet in bezit mag hebben. Een gesloten tijd is dus niet een verbod om op die soort te vissen. Een gesloten tijd is er om de betreffende vissoort te beschermen en geldt daarom voor iedereen dus zowel voor sportvissers als beroepsvissers.
Let op: naast de gesloten tijden voor bepaalde vissoorten geldt er van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (voor het IJsselmeer: van 16 maart tot en met 30 juni) voor de meeste wateren ook een gesloten tijd voor het gebruik van alle soorten kunstaas (met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm.), een dood visje, een stukje vis en slachtproducten (zie het volgende hoofdstukje).
Snoek van 1 maart tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 30 juni).
Barbeel, kopvoorn en winde van 1 april tot en met 31 mei.
Snoekbaars en baars*: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)**.
Beekforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
Elft, fint, kwabaal, meerval, serpeling, sneep, zeeforel, zalm, zeeprik en vlagzalm: het hele jaar.
Rivierprik: van 1 november tot en met 31 januari en van 1 maart tot en met 30 april.
Bron Sportvisserij Nederland